Stadsveteraan 020, een van vele hoogbouwcomplexen in het ontwikkelgebied Amsterdam Amstelkwartier, omzoomd door de Duivendrechtse Vaart en de Amstel. De naam Stadsveteraan staat verticaal in de insparing voor de hoofdentree. Hier huist een experimentele beheercoöperatie van 55-plussers die veel meer belooft dan alleen een woongebouw voor senioren. Het is volgens woonwensen ontworpen voor ontmoeting, omkijken naar elkaar en samen actief en vitaal leven. Een jaar na oplevering gaat ZorgSaamWonen er op excursie. Ook de SOME-architect, gebiedsontwikkelaar AM en corporatie Woonzorg Nederland zijn reuze benieuwd. Is het concept gelukt?
Stadsveteraan: De omgeving van de mens is hier de medemens
Foto: Stadsveteraan020 | AM Gebiedsontwikkeling
We treffen elkaar in de lobby, direct bij de hoofdingang. Als we er allemaal zijn gaan we naar de echte ontvangstruimte, de culturele ruimte, met een bescheiden podium en professioneel podiumgordijn, op de vierde etage. We zien uitnodigende trappen. Bewust, zo blijkt, de liften zijn er wel, maar visueel verstopt. We ervaren zo al twee manieren om ontmoeting en beweging te stimuleren. De liften liggen buiten de looproute en op elke verdieping is een gemeenschappelijke ruimte, zoals een atelier, een kookstudio met terras en uitzicht op het water rondom, een atelier, en een wasbar met klusruimte. Op de begane grond valt de grote, inpandige fietsenstalling op. Er zijn al plekken voor scootmobiels, maar die zijn voor de huidige bewoners nog niet aan de orde. Er zijn verder drie deelauto’s beschikbaar voor de ongeveer 150 bewoners. Iedere bewoner weet dat er geen autoparkeerplaats voor een eigen auto is. Er wordt wel gesproken over de gezamenlijke aanschaf van een bus.
Woonwensen
Eenmaal in de culturele ruimte geeft SOME-architect Sjuul Cluitmans aan dat zij als architecten niet alleen sociaal nieuwsgierig zijn, maar ook maatschappelijke thema’s willen integreren in hun werk. Aan het ontwerp van de Stadsveteraan ging een woonwensenonderzoek vooraf. Dat resulteerde onder meer in het ontwikkelen van kleinschaligheid binnen het complex van 145 woningen. Dit is vormgegeven door verschillende ingangen en brede gangen. Om het complex ook dementievriendelijk te maken heeft iedere gang een eigen voordeurkleur. Er zijn tweekamer-woningen voor singles of een stel en een aantal Friendswoningen voor twee of drie ‘bevriende’ bewoners. Alle woningen, ook de persoonlijke Friendsstudio´s hebben een uniforme badkamer. Verder hebben alle woningen een keuken, waarbij de afzonderlijke Friendsstudio´s ook nog een eigen pantry hebben. Zo kan er in alle woningen worden gekookt, maar willen huurders een etentje houden met meerdere mensen dan kunnen ze gebruik maken van de kookstudio.
.png)
Medemens
De gedachte achter de verdeling van de collectieve ruimten over de verdiepingen is dat je ook op andere plekken in het gebouw komt en daardoor andere bewoners tegenkomt die je waarschijnlijk niet tegenkomt wanneer je altijd gebruik maakt van dezelfde lift en entree, legt Sjuul uit. Ook zijn er aan de binnentuinzijde trappen die de verschillende, brede galerijen verbinden, zo kun je makkelijk eens een andere route naar je woning of een collectieve ruimte nemen. Sjuul vat het concept van de Stadsveteraan samen met een citaat van dichter Jules Deelder: ‘De omgeving van de mens, is de medemens’.
Delen en toch zelfstandig wonen
Monique Woltering van verhuurder Woonzorg Nederland die de beheercoöperatie begeleidt, onderstreept dat de collectieve ruimtes fungeren als verlengstuk van de woning. Lars Drijver van AM voegt toe dat sommige ouderen in het woonwensenonderzoek zeiden: kunnen wij niet net als jongerenhuisvesting functies delen en toch zelfstandig wonen? Dat gaf de aanleiding voor de ontwikkeling van de Friendswoningen in dit sociale-huurproject. Met de gemeente is voor de Friendswoningen de mogelijkheid overeengekomen om ze te verhuren aan bewoners met ieder een eigen huisnummer. Zo behoudt iedere ‘friend’ zijn of haar eigen inkomen en sociale voorzieningen, zoals huurtoeslag.
Alle bewoners zijn lid van de beheercoöperatie. Daarnaast betalen zij via de huur een bedrag aan servicekosten voor onder andere schoonmaak en tuinonderhoud. Hoe het onderhoudsprogramma voor de gezamenlijke ruimtes er precies uit ziet, is afhankelijk van wat bewoners zelf willen doen en wat zij willen uitbesteden. “Dit kan volgend jaar dus weer anders zijn dan nu”, zegt Monique. Er is een klusdienst van bewoners, waardoor kleine klusjes zelf worden gedaan. Het reguliere onderhoud van het gebouw is de verantwoordelijkheid van verhuurder Woonzorg Nederland. Monique benoemt een ‘andere’ rol als verhuurder in de Stadsveteraan doordat Woonzorg Nederlands hier echt samenwerkt met de beheercoöperatie via bewonersconsulent Josepha de Bruijn. Zij is het aanspreekpunt voor bewoners en begeleidt bewoners bij woonzaken, overlast, of veranderingen in de woonomgeving. Zij heeft ook veel en goed contact met het bestuur van de beheercoöperatie.
.png)
Ontdekkingsreizen
Lars Drijvers is zeer benieuwd naar de ervaringen van de bewoners. “In dit project lopen een paar ontdekkingsreizen naast elkaar.” Hij noemt de vorm van eigenaarschap door de beheercoöperatie en de inkomensafspraken rond de Friendswoningen. De gemeente Amsterdam gaf groen licht voor dit concept op basis van de verwachte baten: gelukkige, vitale ouderen die niet vereenzamen, langer vitaal en gezond zelfstandig wonen en omkijken naar elkaar.
Bewoners
En dan, waar iedereen op wacht: de bewoners aan het woord. Ab trapt af. Hij woonde op de vierde etage op de Prinsengracht en zijn partner woonde in hetzelfde pand onder hem. Beiden zijn musicus en genoten van hun internationale werkzame leven en de vrijheid in hun huis, maar de trappen werden te veel. “We hadden veel verdriet dat we moesten vertrekken”, zegt Ab. Maar vanaf dag één in de Stadsveteraan zijn ze de Prinsengracht vergeten. “Je komt hier allemaal met een doel en gemotiveerd om er iets van te maken. Waarschijnlijk is dit je laatste station.” Ab hoorde iemand zeggen: “Die en die vind ik niet leuk, daar ga ik niet mee praten, maar dat kan helemaal niet hier.” En wat blijkt? Ook ‘rare’ mensen hebben wat te vertellen en bijzondere interesses. “Dan hoor je plots: Zullen we een leesgroepje beginnen?” Ab en partner hebben ook al muzikanten ontdekt en al samen geoefend. Liesbeth is betrokken vanaf het eerste uur doordat zij ook lid was van de groep die de beheercoöperatie heeft opgericht. Ze werd getipt door een vriendin en was al voor de bouw razend enthousiast. Ook zij woonde in een huis zonder lift. “Gisteren werd ik nog gebeld omdat iemand onwel was geworden. Ik heb namelijk een verpleegkundige achtergrond”, vertelt ze. “Maar ook als je iets te veel eten hebt gekocht of gekookt, je bent het hier zo aan iemand kwijt.”
Thuis
Marijke woonde vlakbij in de Rivierenbuurt. “Alleen in een grote woning met twee etages in een beetje tuttige buurt”, zegt ze. Vanaf het eerste moment voelt zij zich hier thuis. Ook Merel komt uit de stad, uit Amsterdam Noord. Ze had in haar leven al in meerdere woongroepen gewoond en wilde beslist niet in haar eentje oud worden. “Ik groei hier”, constateert ze. Ze vertelt over een aanvaring met iemand, maar ook dat ze heeft geleerd om sorry te zeggen. Als laatste spreekt oud-arts Lander. Hij is voorzitter van de beheercoöperatie. ”Wonen hier heeft meer dan aan mijn verwachtingen voldaan.” Er wordt veel gelachen, zegt hij en maakt het muzikale verhaal van Ab af: “Langzaam groeit het aan tot een bandje.”
.png)
Vragen uit de zaal
Tot slot is er tijd voor vragen. Zijn huisdieren hier welkom? Jazeker! Kan dit concept ook werken in een dorp? Jazeker, het kan overal. “Ik beschouw het wonen hier als wonen in een dorpje”, zegt Liesbeth. Nieuwe en toekomstige bewoners worden hier vanaf het begin bij de gemeenschap betrokken. Dat begint al bij de motivatiegesprekken bij de inschrijving. Nee, er is nog geen zorgorganisatie bij de Stadsveteraan betrokken, gewoon omdat dat nog niet nodig is. Wel is er al over nagedacht. Misschien komt er te zijner tijd een zorgcentrum in huis, of er wordt iemand aangenomen. Er is nog een vraag over de besluitvorming. Minimaal twee keer per jaar komt iedereen bijeen, tenzij er heikele punten zijn, dan komen de bewoners eerder bij elkaar. Ab heeft lang zitten denken, maar heeft dan toch nog een tip voor een volgende Stadsveteraan: “Zorg voor een extra goede geluidsisolatie in de Friendswoningen.” En er mag bij een volgend gebouw, een algemeen toilet komen op de begane grond bij de lobby. Maar belangrijker nog: Bij een volgend wooncomplex mag er een mix komen van sociale en middenhuur. “Nu willen hier mensen komen wonen, maar die mogen het niet vanwege de huurgrens”, zegt Ab. En dat vinden de bewoners jammer.
Trap
Tijdens een laatste rondje door het gebouw van helemaal boven naar de lobby beneden en een kort bezoek aan verschillende woningtypen, zien we wat we hebben gehoord en meer. “Kijk daar is onze zwemtrap”, wijst Merel vanaf het dakterras naar beneden in de Duivendrechtse Vaart. “We hebben ook een zwemclubje. We zwemmen het hele jaar door.”

Reactie toevoegen