Middenin de coronatijd werd in Amsterdam-Zuid een opmerkelijke, intramurale zorginstelling geopend. Vandaag viert Zuidoever (Cordaan) haar vijfjarig bestaan en bespreekt ZorgSaamWonen dit bijzondere concept met de architecten, Charlot ten Dijke en Bart Mispelblom Beyer (TANGRAM Architekten).
‘Lekker koken met draadjesvlees. Dan komen ze gelijk!’

ZorgSaamWonen: Als ik hier rondloop, lijkt het wel een doolhof. Welke gedachte schuilt daarachter?
TANGRAM: “Wij zoeken altijd naar nieuwe methodes waarin gebouwen het gebruik door de bewoners positiever kunnen beïnvloeden dan daarvoor. Of het nu een school is, of een kantoor, we willen altijd de sociale interactie tussen mensen vergroten. En dan is het triest om te zien wat er gemiddeld voor mensen met dementie wordt gerealiseerd. Dat bewoners in een gesloten instelling aan zo’n doodlopende gang wonen. Dat wil niemand. Je kunt in een gebouw echter ook verschillende werelden maken, waarin mensen elkaar tegenkomen, en daglicht en de buitenlucht ervaren. De bijzondere opzet van Zuidoever met ‘dwaalzones’ zorgt ervoor dat je de mensen weer zelf laat bewegen en ze elkaar tegenkomen. Als je ze maar stimuleert, doen ze dat vanzelf. Dat dit werkt, is hier dagelijks te zien. Met een maximum aan vrijheid en gevoel van zelfstandigheid voor de bewoners. Dat is de essentie.”

ZSW: Met welke ingrepen hebben jullie dat bereikt?
TANGRAM: “In goede stedenbouw kunnen mensen elkaar buiten ontmoeten en dat kun je binnen een gebouw nabootsen. Zuidoever is een stadsgebouw met een ring van 54 appartementen aan de buitenzijde, zodat je in principe gewoon in de stad woont. Aan de binnenkant is het gebouw als het ware compleet uitgehold met op drie verdiepingen diverse eilanden in een grote gemeenschappelijke kas met een tuin die over alle lagen oploopt. Er zijn dus geen gangen, maar er is een dwaalgebied tussen appartementen en gemeenschappelijke ruimten rondom de kas. Die ruimten bevinden zich rond eilanden met de keuken, kleine bibliotheekjes, een muziekruimte of opslag. Dat dwaalgebied functioneert zo goed, omdat er nergens doodlopende gangen zijn en overal doorzichten naar het gemeenschappelijke en naar de gezelligheid. Alles is verblijfs- en verkeersgebied.”

ZSW: Dus verdwalen is niet meer mogelijk?

TANGRAM: “Om te voorkomen dat men vérdwaalt, zetten we alle zintuigen in: licht, kleur, tactiliteit, geur en geluid. Dat is oriëntatie door mental mapping. Op elke verdieping kom je vanuit je woning in een tussenzone terecht en loop je intuïtief naar het groen, het geluid en naar het licht vanuit de kas. Het licht sijpelt tussen de eilanden door, zodat je altijd weet welke richting je op moet. Dichterbij de appartementen is het lichtniveau verlaagd om een contrast te maken. Zo nodigt deze tussenzone ook uit tot bewegen. Hoe meer beweging, hoe beter. Verder merk je waar je bent door de afwerking met verschillende vriendelijke materialen, zoals kurk, hout, groen en verschillende gekleurde vlakken. Bij elke woningingang is er een andere afwerking en de mensen voelen dat. De voordeuren zijn gelegen in nisjes met ernaast kleine vitrines voor eigen spulletjes, waardoor je ook herkent waar je bent. Heel belangrijk zijn verder de keukens, die op iedere laag in het meest publieke hart van het gebouw zijn gesitueerd. De ene bewoner helpt er met aardappelen schillen en anderen gaan ernaast zitten met een borreltje. Omdat daar gekookt wordt, zien en ruiken ze dat. Soms wordt zelfs bewust de afzuigkap uitgezet, als het tijd is om te komen eten of als ze iets lekkers koken. Draadjesvlees! Dan komen ze gelijk.”

ZSW: Wat heeft dit voor consequenties voor het personeel?
TANGRAM: “Door deze opzet gebeuren er in dit gebouw veel positieve dingen tegelijk en dat is ook onderzocht door de faculteit neuropsychologie van de Universiteit Leiden. Daar kijken ze met een ander perspectief naar gebouwen en openbare ruimten en kwamen tot dezelfde conclusies. In dit gebouw gaat het over zachte waarden, zoals wayfinding en mental mapping, die je ook kunt kwantificeren. Mental mapping gaat in dit geval over mensen die langzaam hun cognitie verliezen, maar op intuïtie toch weten waar die keuken, bibliotheek of ontmoetingsruimte zit. En dat brengt ze in beweging. Deze opzet heeft de afgelopen jaren zijn waarde bewezen. Met als resultaat een gelukkigere en socialere bewonerspopulatie en daardoor een lagere zorgvraag en zelfs minder medicijngebruik. Maar ook voor de medewerkers heeft dit een geweldige invloed. Bij Zuidoever is de uitval door ziekte substantieel lager dan bij vergelijkbare voorzieningen. Bewoners en personeel vinden het gewoon fijn om hier te zijn. Opdrachtgever Cordaan wilde expliciet dat we voor deze categorie van wonen met een nieuwe opzet zouden komen. We moesten ze er echter wel van overtuigen dat dit alles ging werken. Zonder dat we zelf die garantie hadden. Wij hebben het geluk gehad dat er op dat moment een directie zat die ontvankelijk was voor een nieuwe wind. Nou, die hebben ze gekregen en ze zien ook dat het werkt.”
ZSW: Kun je ook een grotere voorziening baseren op dit principe?
TANGRAM: “Zeker, Leythenrode in Leiderdorp is een gebouw voor intramurale zorg dat nu volgens dit concept in aanbouw is. Het is wel drieënhalf keer zo groot als Zuidoever, met drie keer twee woongebouwen en daartussen een gebied met winkeltjes, kinderopvang en gezelligheid. We zien dat onze opdrachtgevers heel erg gevoelig zijn voor dit concept en deze thema’s, en er graag in meegaan. Zeker nu we laten zien dat dit niet alleen op de Zuidas in Amsterdam kan, maar ook op andere plekken waar de bouwkosten gewoon heel laag moeten blijven. Zoals bij Salem in de duinen van Katwijk. Als je gaat rekenen met ons concept is de verhouding tussen woningen en wat er omheen zit heel gunstig. Het is een misverstand dat dit dus wel duurder dan normaal zal zijn. Uiteindelijk zijn de zorg- en personeelskosten veel en veel hoger dan die van het gebouw zelf. Als je dan ziet wat je hiermee op de lange termijn bespaart, heb je het er dik mee verdiend.”
ZSW: En past dit concept ook in een bestaand gebouw?
TANGRAM: “Ook dat is mogelijk, uiteraard afhankelijk van de eigenschappen van dat gebouw. Voor Florence in Rijswijk maakten wij een ontwerp voor de transformatie van de gebouwen Westhoff en Hofwijck, die gebouwd zijn volgens het oude principe van een gang met aan beide zijden kleine kamers. Voor de opzet als in Zuidoever is meer dikte nodig. Daarom hebben wij voorgesteld de gebouwen te strippen en vervolgens met een nieuw bouwdeel op te dikken.”

ZSW: Is ten slotte zo’n gebouw over enkele decennia nog wel actueel en bruikbaar?
TANGRAM: “Wij maken voor gebouwen altijd een ‘tweede-levenplan’. Als de zorg op de schop zou gaan of niemand meer intramuraal mag wonen, kun je van deze kleine woningen ook grotere, zelfstandige woningen maken. Hierop is voorgesorteerd met een uitgekiend ontwerp voor de constructies, de installaties en trappen en liften. We passen een structuur toe waarin alle installaties in een bepaalde zone zitten, waardoor je alles eromheen kunt koppelen. Als de hoofd- en ontsluitingsstructuur maar klopt. Dat zijn principes op het gebied van duurzaamheid en flexibiliteit die uiteindelijk veel economische waarde hebben. Helaas zijn er veel partijen die vastzitten in hun denken op dit vlak. Er is veel voor nodig om uit te leggen dat het beter kan en tegelijkertijd ook rendabeler kan zijn. Wij doen ons best deze boodschap zoveel mogelijk voor het voetlicht te brengen.”
Bekijk ook de video:
Ontdek nog veel meer over Zuidoever en het ontwerpen met zorg:
TANGRAM Zuidoever (uitgebreid)
Publicatie Met zorg ontworpen
Casestudy Zuidoever
De Oevers (Cordaan)
Een nieuw thuis in Amsterdam
Tekst: Ysbrand Visser (Stedebouw & Architectuur)
Beeld: TANGRAM