“Stel”, zegt Douwe-Jan Bakker, omgevingstechnoloog en directeur Vastgoed bij zorgorganisatie AxionContinu. “Stel, je bent 86 en je fietst iedere donderdag met je vriendinnen. Halverwege nemen jullie een kop koffie met appeltaart. Op de terugweg stop je voor een verkeerslicht. Bij het opstappen trap je naast je pedaal en valt. Je breekt je heup en in het ziekenhuis krijg je er een hersenbloeding overheen. Je komt nooit meer thuis. Of wel? Die uitdaging grijpen de initiatiefnemers van ‘mantelzorghof’ Hof van Leeuwesteyn in Utrecht aan.
Thuiskomen in Utrechts mantelzorghof 'Hof van Leeuwesteyn'

Zo’n vijf jaar geleden kwam Douwe-Jan in contact met Anemoon van Dijk, manager Wonen bij de regionale (sociale) woningcorporatie Woonin. Speerpunt van Woonin is het werken aan sterke gemeenschappen. Douwe-Jan ervaarde met het fietsongeluk van zijn moeder hoe je zomaar niet meer thuis kunt komen. Al snel smeedden ze samen een concept voor een intergenerationele woonzorggemeenschap waar mensen op elkaar letten, waar je altijd thuiskomt, met de nadruk op ‘thuis’. Waar een gedroomde verhouding is van 30 zorgvragers tegenover 70 zorgdragers, mantelzorgers die naast de zorgmedewerkers zorgen voor elkaar en voor een ‘thuis’.
Vijf jaar later, op 3 september 2025 bezoeken ZorgSaamWonen-experts Hof van Leeuwesteyn. Hier is het primaire concept vertaald in stenen, mensen én een mantelzorggemeenschap. Werkt het? We krijgen deze dag een “eerlijk verhaal” zegt Iris Sophie Rook, projectleider en adviseur woonconcepten bij Woonin, tijdens de wandeling vanaf de ontvangst bij Stadsbrouwerij Roodnoot naar Hof van Leeuwesteyn, dat op een steenworp afstand ligt van de Amsterdam-Rijnkanaaloever in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. “Laten we elkaar gewoon vertellen wat er goed gaat, maar ook wat er beter kan. Zo kunnen we leren om het bij een volgend project nog beter te doen. Niemand heeft er wat aan, als je verbeterpunten voor jezelf houdt.”
Zorgteam
Een punt van tevredenheid is de uniforme vormgeving en uitstraling van het vier-vijflaags appartementencomplex met twee zijvleugels tegenover een rij van 17 vier-slaapkamer-eensgezinswoningen. Aan de puien is niet te zien dat het hier om 94 zelfstandige woonappartementen voor 55 plussers gaat, waar zo nodig zorg geleverd kan worden door een ‘eigen’, inpandig zorgteam.
Inhaalpuntjes
De gezamenlijke binnentuin is daarentegen juist een kleurrijke, fleurige en multifunctionele groene ruimte waar kinderen spelen en bewoners kunnen wandelen, verblijven of werken in de kas of tuin. Alle galerijen langs de voordeuren van de appartementen zijn aan de binnentuinzijde voorzien van ‘inhaalpuntjes’, speciale uitgebouwde passeerhoekjes waar bewoners even een stoel kunnen zetten en een praatje kunnen maken.
Een gezamenlijke woonkamer- direct naast de imposante, kunstzinnig vormgegeven hoofdingang is het sociale trefpunt voor álle hofbewoners. Hier ontmoeten we Babette van der Veen, community coach van welzijnsorganisatie Gouderdom en Woonin-complexbeheerder, ofwel conceptmaker, Anass El Messaoudi. Hij kijkt, luistert en bewaakt de leefbaarheid.
Babette startte vorig jaar vanuit deze huiskamer met het activeren van een leefgemeenschap voor en door alle hofbewoners en staat ook open voor contacten met de wijk. Haar functie wordt de eerste twee jaar (2024-2025) bekostigd door het Zorgkantoor vanuit de motivatie dat hoe sterker de community is, hoe lager de zorgbehoefte. Babette legt uit hoe ze hier te werk is gegaan. ”Eerst heb ik contact gelegd met alle bewoners en geïnventariseerd wat de behoeften zijn.” Die liggen hier ver uit elkaar, van activiteiten voor kinderen en andere activiteiten voor ouderen tot diepgaande gesprekken over leven en rouw, naast een boekenclub of een boodschappendienst. “Vervolgens, en in die tweede fase zitten we nu, maken we teams van mensen die een gedeelde behoefte of interesse hebben. Zij vormen zelfstandige commissies, zoals de huiskamercommissie, de tuin- en een lief en leedcommissie.”
Community coaches
“De derde fase is het verduurzamen van het model”, zegt Babette, waarbij de organisatie steeds meer bij de bewoners zelf komt te liggen. Op den duur zal Babette niet meer vanuit het Zorgkantoor betaald worden. “Hoe het er dan uit gaat zien is op dit moment nog niet bekend. We hopen dat er een soort pool van community coaches ontstaat, voor alle woongemeenschappen.”
Conceptmaker Anass kijkt en luistert en is het eerste aanspreekpunt voor bewoners. “Het is één grote leerschool” zegt hij. “Natuurlijk ontstaan er wrijvingen en spanningen door de verschillen in leeftijden, culturen en leefwijzen, tegelijkertijd heeft die mix ook leuke keerzijdes.” Zo hoorde Anass: “Oh, ik mag theedrinken bij mijn overburen” en “Ik mag naar het Suikerfeest”. “Eten en drinken verbindt”, ervaart hij. De wekelijkse soeplunch in de huiskamer loopt dan ook als een tierelier en via de belcirkels en app-groep is een boodschappendienst snel georganiseerd, net zo goed als een vraag om een wandelgenoot of een praatje bij een kop koffie.
Lessen en opbrengsten
Woonin heeft intussen al 26 grote woningen ‘vrijgespeeld’ waarbij ouderen van een grote woning naar een appartement zijn verhuisd, zegt Iris Sophie. “Mensen die naar Hof van Leeuwesteyn verhuizen kunnen gebruik maken van de regeling ’Van groot naar beter’. Dat betekent dat ze een maximale huursprong maken van 50 euro. Als leerpunten voor een volgend project noemt Iris Sophie: meer verhuishulp aanbieden. “Verhuizen is soms spannend voor bewoners”. Ook het kaal opleveren van een zorgappartement kan een te hoge drempel zijn. Daarnaast blijkt de verbondenheid tussen de grote gezinnen met veel jonge kinderen en de vele ouderen soms toch wat lastig. “We zouden bij een volgend project misschien kiezen voor een bredere mix van eengezinswoningen, en wellicht ook ruimte bieden aan jongeren.
Werken aan sterke woongemeenschappen vanuit de woningcorporatie betekent voor Iris Sophie dat je je aan de voorkant afvraagt: wie komen hier wonen en hoe gaan bewoners met elkaar samenwonen. Hoe kunnen we in een project de maatschappelijke uitdagingen aangaan, zoals dubbele vergrijzing en minder middelen voor de zorg. “Daar pas je het concept op aan.” Douwe-Jan beaamt deze aanpak. “Het begint met je buik”, met het gevoel, ‘zo wil ik wonen’, “de stenen zijn volgend.” Voor Hof van Leeuwesteyn betekent dit een goede mix aan vitale jonge mensen in de grote gezinswoningen en – deels nog werkzame 55-plussers in de appartementen ten opzichte van de oudere bewoners. Deze mix moet het, in combinatie met een actieve leefgemeenschap, mogelijk maken om te komen tot een percentuele verhouding van 30 zorgvragers tegenover 70 zorgdragers.
Natuurlijke mantelzorg
WoonIn en AxionContinu willen met Hof van Leeuwesteyn de bewoners niet alleen woongenot en zorg bieden, maar ook liefdevolle, ‘natuurlijke’ mantelzorg. Douwe-Jan: “Wij zochten naar mogelijkheden waar je vóór je 72 bent nog naar toe wil verhuizen, waar je nog vrienden kunt maken, waar je nog een ‘thuis’ kunt maken. Dat is het fundament van Hof van Leeuwesteyn: een huis dat aantrekkelijk, veilig en leuk is voor vitale mensen. Waar je elkaar jong en gezond leert kennen, zodat je elkaars oudergebreken kunt begrijpen en elkaar kunt helpen. En waar zorg, zo nodig, beschikbaar is.
Zijn uitdaging is om de zorgprofessionals álle zorg te laten leveren: van thuiszorg tot intensieve verpleegzorg. “Dat zijn binnen de zorg soms nog gescheiden werelden. Wat wel al werkt is de signaleringsfunctie. Signalen worden herkend en er wordt snel op gereageerd”. En, grapt Douwe-Jan: “Onze zorgmedewerkers schenken geen koffie, maar worden nu met koffie ontvangen.”
Lees meer
Reactie toevoegen