Hoe de plattegrond de oriëntatie van mensen met dementie kan ondersteunen

rerer

De fysieke omgeving kan voor mensen met dementie een oorzaak van stress zijn. Bijvoorbeeld door geluid en lawaai, licht en verlichting, maar ook door gebrek aan herkenbaarheid en huiselijkheid. Deze gebieden kennen een rijke onderzoeksgeschiedenis. Architect Martin Quirke promoveerde in 2018 bij de beroemde Australische hoogleraar Richard Fleming, op een analyse van  de architectonische lay-outs die in de loop van de tijd zijn toegepast. Specifiek keek hij naar factoren die het ontwerp geschikt maken voor mensen met dementie door hen juist in hun beperkingen te ondersteunen. Wat kunnen we van zijn onderzoek leren?

Quirke vergeleek bestaande ontwerpen voor dementie in Australië en constateerde dat deze achterbleven bij die internationale best-practices. Hij gebruikte voor dit vergelijk de “Plan-EAT” evaluatie-tool (zie kader). Hij komt tot deze succesfactoren in het ontwerp:

  • Kleinschaligheid (kleiner aantallen bewoners en kleiner van omvang);
  • Meer vloeroppervlakte per bewoner
  • Positie op de begane grond;
  • Specifiek ontwerp voor de doelgroep dementie.

Door zijn manier van werken ontstaat een ranglijst van internationale best-practices. Deze licht hij in zijn proefschrift toe aan de hand van de score-items. Voor architecten ook hier in Nederland zeker een interessante referentie! Het bekende Hogeweyk in Weesp wordt genoemd als een van de best-practices en scoort een 6e plaats in de lijst van totaal 108 verschilende plattegronden. Twee voorbeelden uit de top 5 in zijn proefschrift zijn  Southwood Home in Australie en Himaewari Group Home in Japan.