“Buurtgerichte zorg kan niet zonder zorggerichte buren”, aldus Koen Kuylen die zich al vier jaar lang inspant voor ‘zorgzame straten’ in Antwerpen. En met succes. Inmiddels mogen veertig straten zich ‘zorgzame straten’ noemen. Bij zorgzame straten gaat het om het versterken van wederzijdse steun voor en door buurtbewoners.
Antwerpse 'zorgzame straten' geven net dat extraatje meer
“We zijn geen nieuwe organisatie, we zijn geen nieuw dienstverleningscentrum. Het gaat om het verder ondersteunen en stimuleren van een zorgzame houding tussen buren. Wij verplichten niemand hiertoe. Wij geloven dat als mensen een zorgzame houding hebben - dus op een zorgzame manier kijken naar buurtgenoten – dat mensen dan ook hulp durven te geven én durven te vragen.”
Als je iemand vriendelijk gedag zegt is diegene sneller bereid om jou om hulp te vragen, weet Koen, en geeft een concreet voorbeeld uit de praktijk. “In een straat sjouwde een oudere man met een zware boodschappentas. Hij had eigenlijk even hulp nodig. Hij zag een buur die hem altijd vriendelijk goeiedag zegt. Hij sprak deze vriendelijke buurman aan met de vraag hem even te helpen. Dat deed de buurman met plezier.”
Durf hulp te vragen, durf hulp te geven
Er zijn veel initiatieven in buurten om de sociale cohesie te vergroten. Dat vindt Koen absoluut waardevol. “Maar sociale cohesie leidt nog niet automatisch tot burenhulp. Na een burenborrel doe je niet meteen de was voor je buren.” Koen noemt drie obstakels die een rol kunnen spelen bij het vragen of verlenen van burenhulp. Ten eerste vinden mensen het moeilijk om hulp te vragen. Ten tweede willen mensen in principe graag hulp bieden, maar weten niet altijd hoe, en willen zich niet opdringen. Ten derde willen mensen die geholpen worden, graag wat terugdoen. Een zorgzame houding is nodig om deze obstakels te overbruggen en te groeien tot zorgzame straten. Uit ervaring weet Koen dat mensen zorgzaam kunnen zijn binnen een scope van één tot drie à vier straten. Het gaat dus om nabijheid. Mensen lopen iedere dag door hun straat en komen daar vaak dezelfde mensen tegen die je kunt groeten. “Bij meer straten is de schaal te groot, dan (her)ken je elkaar niet of nauwelijks omdat je elkaar veel minder tegenkomt.” En herkenning is een voorwaarde voor vertrouwen, zegt Koen. En dat vertrouwen is nodig om hulp te durven vragen.
Straatscan
Koen heeft stapels folders met allerhande informatie. “We flyeren, bellen bij iedereen aan en overhandigen de flyer persoonlijk. We leggen uit wat we willen bereiken in de straat. Als mensen horen dat iedereen in de straat kan bijdragen en van voorzieningen gebruik kan maken, werkt dat drempelverlagend. Door het persoonlijke contact dat ontstaat bij het flyeren krijg je een beeld van de straat, van wie er woont en wie bereid is wat te doen. Een soort straatscan. Natuurlijk zijn er straten met buurtcomités die menen dat ze iedereen wel kennen. Dat valt vaak tegen. Ons uitgangspunt is dat iedereen hulp kan gebruiken en kan geven. Als mensen ontdekken dat er een sfeer is van elkaar helpen, dan durven ook de meest kwetsbare bewoners dat te doen.” Koen illustreert dit aan de hand van een voorbeeld: “Een oudere dame is begonnen met het aannemen van postpakketjes. Zo heeft ze veel buurtbewoners leren kennen en weet ze bij wie ze terecht kan als ze hulp nodig heeft.”
Het kleine helpen
Een lamp vervangen, de verwarming repareren, hulp bij het invullen van een formulier, het vuil buiten zetten, een praatje maken, of de afstandsbediening voor de televisie repareren; het zijn alledaagse dingen, vaak kleine zaken die mogelijk maken dát mensen zelfstandig kunnen blijven wonen. “Juist die kleine dingen, het kleine helpen vind je niet terug in het reguliere dienstenaanbod. Als er niemand is die daarmee kan helpen dan is dat vaak het moment dat mensen denken: nu moet ik maar verhuizen naar een woonzorgcentrum.” Koen geeft nog een voorbeeld. “Ieder voorjaar vindt een lentepoets plaats met de buurt. Dan maken mensen samen de straten schoon. Als je niet meer mee kunt doen is dat confronterend. Hoe fijn is het dan als een buur je meeneemt om het samen te doen.” Erbij blijven is essentieel, ervaart hij, evenals zorg hebben voor de omgeving, voor de toegankelijkheid. Verborgen nood wordt ontdekt in zorgzame straten. Koen geeft wederom een praktijkvoorbeeld. ”Een buur hoorde nachtlawaai en belde niet meteen de politie maar ging een kijkje nemen. Hij trof een jongen met autisme aan die in de war bleek. Hij woonde even verderop bij zijn moeder. Hij schakelde een professional in en zo kwam de juiste hulp.” Koen merkt dat mensen graag iets terug willen doen, bijvoorbeeld door een flesje wijn te geven. Toch gaat het bij íets terug doen’ veel vaker om de vraag: ‘wat kan ik voor je zijn’ in plaats van ‘wat kan ik voor je doen?’ Mensen hechten meer waarde aan een praatje dan aan een fles wijn.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Eens per jaar organiseren de zorgzame straten een informatiebijeenkomst voor professionele organisaties. “We doen dit om de diensten gevoelig te maken voor wat er gebeurt in de zorgzame straten én om de buurtbewoners voor te lichten over wat deze organisaties voor hen kunnen betekenen.” Koen vindt het zorgzaam samenleven een gezamenlijke verantwoordelijkheid, en daarmee een opdracht voor de gehele samenleving. Hij merkt dat het naar elkaar omzien, opgepikt wordt door allerlei organisaties. “Je kunt dit ook gemakkelijk inbouwen. Een concertgebouw organiseert bijvoorbeeld iedere laatste vrijdag van de maand een samenzijn met koffie en taart voor de buurtbewoners. En in een buurthuis vindt een informatie-ontbijt plaats om buren aan te moedigen er voor elkaar te zijn. Ook in woonzorgcentra zijn er activiteiten zoals in het Huizeke van Nazareth in Antwerpen waar maandelijks de deuren open staan voor de buurtbewoners.”
Zorgzame Handelaars
Koen zoekt ook kleine winkeliers op om hen te vragen goed op hun buurtklanten te letten. “Zij ontmoeten veel bewoners, horen hun verhalen en kunnen een wijkknooppunt zijn voor een zorgzame buurt.“ Hij heeft samen met het neutraal syndicaat voor zelfstandigen, de eerstelijnszone Antwerpen-centrum en Zorgzame buurten het initiatief genomen tot Zorgzame Handelaars. Hij overhandigt de winkeliers die meedoen een ‘buurtzorgkaart’ met informatie over ontmoetingsinitiatieven en professionele hulpverlening in de wijk waar zij mensen naar kunnen verwijzen. Winkeliers krijgen het label Zorgzame Handelaar zodat ze zichtbaar zijn voor mogelijk nieuwe klanten.
Koen vindt het ook belangrijk dat studenten oog krijgen voor zorgzaamheid. “Ondersteunen bij professionele taken is een opdracht voor de gehele samenleving. Dat proberen we ook aan de studenten mee te geven.” Zo hebben studenten die de opleiding maatschappelijk werk volgen aan de Thomas More academie mensen uitgenodigd om deel te nemen aan de burenbabbel zodat mensen elkaar leren kennen. In de Koalabuurt in Antwerpen waar de joodse gemeenschap groot en gevarieerd is, proberen ze ook de mensen te betrekken.
Van ontmoeten naar zorg
Er zijn veel initiatieven die gericht zijn op ontmoeten, zoals het uitdelen van soep. De vraag is hoe je van ‘ontmoeten’ naar ‘zorg’ komt. Koen heeft een formulier omwikkeld waarop mensen kunnen invullen in hoeverre ze bereid zijn hulp te bieden. Studenten hebben de vragenlijsten uitgewerkt en verwerkt. 90% van de buurtbewoners wil hulp bieden, zo blijkt. Hij ervaart ook dat veel mensen hulp nodig hebben bij digitale zaken, maar dat dat ook al veel spontaan gebeurt. “Het is belangrijk om die hulp die er al spontaan is, te erkennen en te waarderen.” We verplichten mensen tot niets maar vragen om oog te hebben voor elkaar. Soms treft hij geëngageerde mensen die dit serieus nemen. Hij adviseert hen om een aantal anderen te zoeken om samen zorgzame straten te ontwikkelen. “We zeggen niet hoe ze dat moeten doen, maar laten het hen zelf ontdekken, zodat het van hen blijft. Dit gevoel van ‘eigenaarschap’ is belangrijk. Iedere buurt is anders. Daarom is er geen blauwdruk.” Volgens Koen moeten kartrekkers creatief zijn en geduld hebben. “Om een zorgzame houding te creëren heb je tijd nodig, dat doe je niet in een paar dagen.”
De zorgzame straten hebben ook nauwelijks middelen, op wat subsidie van de Koning Boudewijnstichting na. “Als we subsidie aanvragen, krijgen we altijd de vraag: hoeveel mensen bereik je? Wat spaart het aan zorgkosten? Dat is in beide gevallen moeilijk te beantwoorden. Zorg is een relatie, geen productie.” Koen gaat door met het uitbouwen van zorgzame straten. “Het is een dynamisch proces van vallen en opstaan. Het is balanceren tussen ‘spontane’ burenhulp en professionele hulp. Iedere straat is anders, afhankelijk van de cultuur en het engagement van de bewoners. En dat is ook mooi, dat is samen leven en zorgen.”
Meer lezen?
https://thomasmore.be/en/informele-zorg-zorgzame-straten
https://www.zorgenvoormorgen.be/zorgzamebuurten/zorgzame-straten
https://www.zorgsaamwonen.nl/artikel/zorgzame-buurten-model-voor-de-zorg-van-de-toekomst
Reactie toevoegen