Een verre blik in de toekomst. Op het beeld dat zich daarbij ontvouwde – na het doortrekken van actuele trends – baseerde Sint Jacob, een woonzorgorganisatie voor ouderen, het levensloopbestendige wijkconcept Hof van Jacob in de Haarlemse wijk Boerhaave, stadsdeel Schalkwijk. Samen met Zenzo, maatschappelijk vastgoedontwikkelaar, worden er zes verschillende gebouwen met zorgwoningen gebouwd in de vorm van een hof rond een bruisend, multifunctioneel centrum. Dit concept wil wijkbewoners een leven lang zelfstandig wonen bieden in nabijheid van zorg en welzijn, ook als de huidige zorg op den duur anders wordt en door andere mensen zal worden geleverd.
Hof van Jacob: Wonen in de wijk, zorg binnen handbereik

“Wat wordt het mooi he?”, zegt huisarts Vincent Puite lachend, als hij rechtstreeks vanaf de bouwplaats aanschuift bij het gesprek dat ZorgSaamWonen voert met Bart Bram Spruit, manager Vastgoed van Sint Jacob. Het gesprek gaat over het toekomst- en persoonsgerichte woon- en leefconcept Hof van Jacob. Puite’s Boerhaavense huisartsenpraktijk verhuist ook mee naar Hof van Jacob en zal er deel uit maken van het multidisciplinaire gezondheidscentrum De ZOED - zorgverleners onder een dak.
Regie
“Het huidige zorgstelsel kent, sinds er geen indicaties voor lichtere verzorgingshuiszorg meer worden afgegeven, in feite maar twee smaken, zegt Bart Bram: “Zelfstandig wonen in de wijk of - als dat echt niet meer lukt - opname in een verpleeghuis waarbij je de regie over je leven voor een groot deel kwijtraakt.” En dat is een “onwenselijke en onhoudbare situatie”. Vincent zegt dat bewoners in deze wijk dit ook al goed begrijpen. “Ik hoor steeds meer mensen in de spreekkamer zeggen: “Wij willen in Hof van Jacob gaan wonen”. Met name omdat zij daar zelfstandig kunnen wonen in een levendige omgeving én de zorg dicht bij hebben.”
Dit geeft aan dat bewoners van Schalkwijk de meerwaarde van Hof van Jacob al begrijpen voordat de wijk wordt opgeleverd. Na het opstellen van de ‘Visie op de zorg van de toekomst’ in 2018, is Sint Jacob “met alles en iedereen erover gaan praten”, zegt Bart Bram. Met input uit de buurt, met organisaties die in de buurt actief zijn, met bedrijven én met de gemeente is vervolgens het concept ´Wonen, Zorg en Ontmoeten´ opgesteld. Mensen begrijpen het concept: hier kun je binnen de eigen wijk een woonplek vinden waar je zelfredzaam kunt blijven, ook als je oud en kwetsbaar wordt. “En zelfs”, vervolgt Bart Bram, “als wij als zorgorganisatie de zorg zoals we die nu kennen, niet meer kúnnen leveren omdat er straks te weinig personeel is voor de groeiende groep ouderen met een zorgvraag.”
Transitie
Bart Bram voorziet daarom een grote transitie, waarin de zorg op een andere manier, en deels door andere mensen op een meer informele manier zal worden geleverd. “We gaan van paternaliserende zorg waarin de zorgorganisatie de regie overneemt, naar faciliterende zorg, waarin deze ondersteunend is aan het zo zelfstandig mogelijk kunnen blijven leven.”
Eenzaamheid
Naast de demografische scheefgroei tussen ontgroening (minder jonge mensen) en vergrijzing (meer oudere mensen) spreken Vincent en Bart Bram over de zorgwekkende effecten van nóg een trend, de ver doorgevoerde ‘individualisering’. “Dit veroorzaakt onder meer een eenzaamheid die nog groter is dan we denken”, zegt Vincent. “Het is ook niet meer voorbehouden aan ouderen”, voegt Bart Bram toe. Vincent noemt mensen die met lichamelijke klachten bij hem komen die geen medische ziekte als oorzaak hebben, maar fysieke gevolgen zijn van andersoortige problemen, zoals stress, zorgen, schulden en schaamte. “En die los je niet op met een pil.” Wat daarentegen wel helpt is een veilige, actieve en levendige wijkgemeenschap, waar mensen gewoon niet ontkomen aan een ‘oogje op elkaar’. Om die aandacht tot op het laatst te faciliteren, houdt Vincent ACP - Advanced Care Planning - gesprekken, die gaan over wensen en ideeën over de laatste levensfase: als mensen ernstig ziek of stervende zijn.
Bart Bram noemt de horeca die in het gebied gerealiseerd wordt en die zal fungeren als een ontmoetingsplek voor de buurt. “Een plek waar je laagdrempelig heen kan om een kop koffie te drinken met je buurman, of een avondje te klaverjassen. Het project Buurtcommunity sluit hierbij goed aan. Met de thuiszorgorganisatie lopen we mee in de wijk en signaleren waar eenzaamheid is. Die mensen vragen we mee naar de ontmoetingsplek.”
Magische mix
Levendig zal wonen in het Hof van Jacob zeker worden. Er zijn meerdere woonvormen mogelijk. Van 164 beschermd wonen appartementen met 24 uurszorg tot 103 zelfstandige woningen waarin mensen wonen die een rol willen spelen in de buurtgemeenschap en in de informele zorg.
De bouw, op het terrein van de voormalige Boerhaavekliniek is nog volop aan de gang. Twee complexen voor beschermd wonen zijn al opgeleverd. Volgend jaar volgen er weer twee van de resterende vijf.
Sluiting van het Sint Jacobverpleeghuis Boerhaave in het Haarlemse stadsdeel Schalkwijk gaf ruimte voor de ontwikkeling van Hof van Jacob
Uiteindelijk komen er zeven gebouwen te staan in een woongebied voor senioren waar zorg dichtbij en ontmoeten en levendigheid hand in hand gaan. Naast de horeca in het multifunctionele Hof van Jacob, komt onder meer ook een vestiging van Hero Kindercentra. “De magische mix van kinderen en ouderen”, benadrukt Bart Bram.
Het driehoekige gebouw in het midden vormt het multifunctionele ‘Hart van Jakob’
Bureau
In de nieuwe beschermd wonen-complexen hebben bewoners naast een eigen tweekamerappartement ook een ruimte tot hun beschikking waar gezamenlijk kan worden gekookt en gegeten en waar dagelijks activiteiten plaatsvinden. Ook zijn er beschutte tuinen rond de gebouwen. “Persoonsgerichte zorg is hier het uitgangspunt”, legt Bart Bram uit en geeft een voorbeeld. “Er woonde een meneer met dementie bij ons. Aanvankelijk was hij erg in de war en onrustig. We zijn, zoals we dat bij elke bewoner doen, met de familie in gesprek gegaan. Zij gaven aan dat hij vroeger hoogleraar was en voordat hij bij ons kwam wonen altijd in z’n studeerkamer zat en daar elke dag z’n krant las. We hebben toen z’n oude bureau in zijn nieuwe woning gezet en een abonnement op de krant verzorgd. Hij vond dat geweldig fijn en werd zo veel gelukkiger en rustiger. Prachtig toch?”
Bouw
Hoe kijkt de ontwikkelende partij naar deze transitie van zorg naar welzijn? Wat vergt het van de traditionele ontwerp- en bouwprocessen en van financieringsmodellen, als er in de toekomst minder zorgmedewerkers zullen zijn, maar mensen toch verzorgd in hun woning en hun wijk kunnen blijven wonen?
Michiel Wijnen is ontwikkelaar bij Zenzo Maatschappelijk Vastgoed en betrokken bij Hof van Jacob. Hij ziet de transitie in de zorg vooral als terugkeer naar de tijd voor de individualisering. “15 jaar geleden begonnen we met het ontwikkelen van zorgvastgoed ‘vanuit de mens’ in plaats van techniek en geld.” Deze opvatting vond aanvankelijk weinig weerklank. Hij noemt complexe regelgeving en het botsen met processen en procedures. “Maar nu komt de behoefte vanuit de samenleving.” Het project Hof van Jacob is daar een bijzonder voorbeeld van.
Wegblijven van subsidies
Het ontwikkelen van een gebied zit Michiel diep in het bloed. Hij groeide op op een boerderij en zou er boer worden, totdat hij zich realiseerde dat er behalve zijn familieleden geen mensen ‘bewogen’ in zijn gebied en hij er de hele dag grotendeels alleen zou zijn. Het greep hem bij de keel. Bij toeval kwam hij in contact met vastgoedontwikkeling en gaf bij Zenzo vorm aan een gebouwde omgeving waar mensen elkaar ontmoeten. En die bovendien rendabel is. “Je moet wegblijven van subsidies, want die kunnen zo maar stoppen.”
Vragen stellen en luisteren, waren zijn skills om het vak te leren en hij merkt dat hij die nog steeds toepast om op een doordachte manier het beste maatschappelijk vastgoed te ontwikkelen op dat moment en op die plek. “Natuurlijk kun je het altijd nog beter doen, maar ook heel slecht.” Hij noemt gesegmenteerde bouw. Woningen voor mensen uit het hogere segment op een plek en sociale woningbouw in een ander deel van hetzelfde gebied. Zo creëer je op voorhand een wij-zij-situatie en geef je ruimte voor polarisatie. Michiel denkt daar dwars doorheen. Een voorbeeld: “We ontwikkelden een beschermd wonen-complex voor ‘moeilijke’ jongeren in een gebied. We startten met het gebouw van de jongeren. Daarna leverden we de koopwoningen eromheen op. Niemand had een probleem met de jongeren. Andersom zou het wel een probleem zijn geweest.”
Sociale verrijking
Je kunt mensen blijer maken met een mooie woonomgeving, is zijn overtuiging. "Degenen die zichzelf goed weten te redden, doen dat meestal zelfstandig - al zien we ook daar een toename van individualisme. We zijn allemaal mensen, je moet gebiedsontwikkeling benaderen vanuit sociale verrijking. Toen we begonnen met zorgvastgoed sprak ik zowel zorgbestuurders als bewoners. Begrijpelijk wilden zorgbestuurders zoveel mogelijk mensen met dezelfde zorgvraag bijeen, zodat zorg op een efficiënte zorg kan worden verleend. Maar een bewoner in zo’n complex zei: “Vroeger had ik een rijk sociaal leven, nu zie ik alleen nog mijn beste vrienden en mijn familie”.” Die sociale schil van mensen, daar wil Michiel oog voor blijven houden in projecten. En dat gaat verder dan een zorggebouw midden in een dorp zetten, “want als daar overduidelijk alleen zorg wordt geboden, loopt er nog niemand naar binnen.” Hij kijkt naast een zorgvraag, vooral naar zorggerelateerde en maatschappelijke functies. “Bijvoorbeeld een kinderdagverblijf. Daar komen mensen twee keer per dag hun kind halen en brengen en groeten ‘als vanzelf’ die man of vrouw in een rolstoel die ze dagelijks passeren.”
Zullen we…
Michiel herinnert aan zijn eerste schoolgebouw dat hij ontwikkelde voor de gemeente Den Haag. Er was sprake van vervuilde grond en dus een budgetprobleem. "Als we er woningen bovenop bouwen, hebben we geld om de grond te saneren", stelde hij voor. Zo gebeurde. Na verloop van tijd vroegen de bewoners aan de school of ze ’s avonds de aula mochten gebruiken voor klaverjassen. En op de vraag van hem aan de bewoners waarom ze hier graag wonen: “Vanwege de kinderen op het schoolplein”. “Woongeluk heeft niet zoveel te maken met de omvang van je woning”, zegt Michiel, “maar veel meer met een sociale omgeving.” En, besluit hij, bij een goed gebouw ontstaat zoiets soms gewoon vanzelf, na een groet, een praatje of de vraag: “Zullen we misschien…”
Reactie toevoegen