Hoe bouw je een zorgzame buurt waar mensen naar elkaar omzien? De eerste fase van Nonna’s programmalijn ‘Goed Wonen’ laat zien dat gemeenschapskracht werkt. De praktijk is echter weerbarstig. Systemen knellen, middelen zijn schaars en samenwerking is niet altijd vanzelfsprekend. Bestuurders Angela Jansen en Saskia Ermers blikken terug en vooruit. “We zijn van de kant. Nu moeten we gaan varen.”
Zorgzame buurten in opbouw: hoe nu verder?

Foto: Shutterstock
Ondanks hun drukke agenda’s maken Angela Jansen en Saskia Ermers op een woensdagochtend tijd voor een interview over de Goed Wonen-projecten. De zorgbestuurders* vinden het opzetten van zorgzame buurten belangrijk. Om de groeiende instroom in het verpleeghuis te kunnen beteugelen. Om ouderen in hun eigen buurt te ondersteunen (daar waar ze het liefste oud willen worden). En om de zorg toekomstbestendig te maken – door op een andere manier naar wonen, zorg, welzijn en maatschappelijke betrokkenheid te kijken.
Wisseling van perspectief
Hoewel dat perspectief nu veel navolging krijgt, was dat een jaar of drie geleden niet vanzelfsprekend. “We hebben daar ook in huis voor moeten knokken”, vertelt Angela. “Omdat we niet van het maatschappelijk voorveld zouden zijn.” Toch was het een kwestie van tijd voordat de sector zelf inzag dat de strikt klassieke interpretatie van hun rol niet houdbaar was. Cijfers onderstrepen dat. In de regio Nijmegen bijvoorbeeld zijn ruim drieduizend verpleeghuisplekken beschikbaar. Daar komt tot 2040 niets bij. Terwijl de vergrijzing doorzet – en het aantal ouderen en hun zorgvraag gestaag stijgen. “Dat betekent dat we de instroom op een andere manier moeten voorkomen.”
Verrassende resultaten, weerbarstige praktijk
Het leidde twee jaar geleden tot de start van een zestal proeftuinen** binnen de Nonna-programmalijn Goed Wonen. Hun gemene deler? Het aanboren en verstevigen van gemeenschapskracht. Een community bouwen in de wijk, burgers bewust maken van de veranderende zorg en hen daarbij betrekken. Hoe je dat doet, was onderdeel van de zoektocht die onlangs is vastgelegd in zowel een film als een leergeschiedenis. Angela: “Als ik de leergeschiedenis lees dan ben ik steeds weer verrast wat er sindsdien is bereikt. Op het gebied van vitale wijken, de transformatie van verpleeghuizen en wijkinfrastructuur.” Tegelijkertijd is de praktijk weerbarstig. “De maatschappelijke businesscase bijvoorbeeld is echt een lastige. Want hoe toon je aan wat je in de wijk voorkomt aan intramurale zorg?”
Focus en versnelling
De zoektocht naar gemeenschapskracht is dan ook nog niet voltooid, vertelt Saskia. “We zijn van de kant af. Nu moeten we gaan varen.” Na een tweejarige ‘boost’ vanuit Nonna gaan de zes proeftuinen door binnen de bestaande organisaties. Daar worden de initiatieven verder uitgewerkt en bestendigd. Begin van dit jaar startte de tweede fase van Goed Wonen. Deze spitst zich toe op twee proeftuinen: de toekomstgerichte herontwikkeling van een voormalig verzorgingshuis in Beneden-Leeuwen en het ontstaan en (op)bloeien van ontmoetingsplekken. De keuze om te concentreren, is een bewuste, licht Saskia toe. “Ook binnen Nonna is er schaarste aan menskracht en middelen. Dus brengen we focus aan, zodat we kunnen versnellen.”
De kracht van bevlogenheid en geloof
Alles wat er tot nu toe is geleerd in de proeftuinen komt samen in de twee genoemde initiatieven. Zoals het investeren in externe relaties, intensief betrekken van bewoners, of werken aan een gedeelde visie. En ook het belang van ontmoetingen. Want als je een community wilt vormen, heb je plekken van ontmoeting nodig. Én buurtverbinders. Angela: “Het ontstaat niet allemaal spontaan. Je hebt iemand nodig die ontmoetingen aanjaagt. De rol van buurtverbinder werkt echt als een vliegwiel, merkten we in de proeftuinen.” Een ander leerpunt is de kracht van bevlogenheid. Je moet volgens Saskia vooral willen aansluiten bij en voortbouwen op mensen waar energie in zit. “Overal waar succes is behaald komt dat door mensen die erin geloofden. Natuurlijk wil je iedereen meekrijgen. Maar begin bij de mensen die zeggen: ‘Dat wil ik weleens proberen’.”
De kunst van integraal kijken
In haar eigen gemeente merkt Saskia, als zorggroep Maas & Waal-bestuurder dat er nog wel wat zendingswerk te doen is. Sommigen geloven dat dorpen van zichzelf al zorgzaam zijn – en dat het gebrek aan gemeenschapskracht typisch iets voor de stad is. Klassiek denken vindt ze dat. “In een dorp als Beneden-Leeuwen is een grote nieuwbouwwijk waar mensen ook niet altijd meer hun buren kennen”, weet Saskia. “Samenleven in een dorp is anders dan vroeger.”
Dus als het gaat om de herontwikkeling van het voormalige verzorgingshuis, dan wil zij niet meteen de schop de grond in. Maar iets langer de tijd nemen om met bewoners en andere stakeholders te achterhalen welk soort bouw helpt om een zorgzame gemeenschap te ondersteunen. “Het is de kunst om integraal te leren kijken. Het stapelen van stenen voor seniorenwoningen lost misschien wel een woonprobleem op korte termijn op. Maar het maakt een dorp niet per se leefbaarder – of de zorg toekomstbestendig.”
Van zo’n integrale aanpak ziet Angela een goed voorbeeld in de gemeente Berg en Dal. “Daar organiseren de wethouders Wonen en Zorg samen excursies naar Dekkerswald. Omdat ze begrijpen dat een zorgzame buurt verder gaat dan het bouwen van een woning of beantwoorden van een zorgvraag.”
‘System says no’
Draaide de pioniersfase vaak om durven, lef en moed tonen, nu komt het aan op doorzettingsvermogen, aldus de bestuurders. Schotten in gemeenten en organisaties maken samenwerking ingewikkeld. Wet- en regelgeving zit in de weg (vooral de grenzen tussen Wmo en Wlz). En het gebrek aan structurele financiering is een uitdaging. Angela: “We hebben met de proeftuinen laten zien dat het werkt als je het sociaal domein, de Wlz en de wijk dichter bij elkaar brengt. Nu zijn er systeemveranderingen over de domeinen heen nodig om initiatieven te versnellen en bestendigen.”
Angela, de ZZG-zorggroepbestuurder, illustreert met het voorbeeld van sociaal arrangeren*** waar de schoen wringt. “Er is onderzoek gedaan, een businesscase gemaakt – en het werkt. Iedereen enthousiast, inclusief de zorgverzekeraars en het Zorgkantoor. Maar als er dan iets moet veranderen, zodat geld van de zorgverzekeraar voor de Wmo kan worden gebruikt, zegt iedereen: ‘Ik wil wel, maar het kan niet’.” De oorzaak? Het systeem. “Belastingen zijn collectieve middelen, zorgpremies individueel. En die mogen niet naar elkaar worden doorgeschoven.”
Naar een duurzame toekomst
Wat betekent dit alles voor de nieuwe betekenisvolle verbindingen in buurten en wijken? Hoe wordt die vitale weerbare samenleving, waarin mensen naar elkaar omkijken, realiteit? Door te rammelen aan de poort van VWS, antwoorden de bestuurders vastberaden. Door een stap naar boven te zetten bij het Zorgkantoor. En door met gelijkgestemden binnen het systeem stap voor stap verder te komen. De olievlek van goede voorbeelden te vergroten. En bij tijd en wijle diep uit de schoenen een restje moed te putten om toch vooral door te blijven gaan. Precies zoals de transformatiemodellen voorspellen. “Het is de kunst om niet af te haken”, zegt Saskia. “Een kwestie van lange adem”, vult Angela aan.
Wat daarin zou helpen? Een maatschappelijke businesscase. “We zullen moeten aantonen wat de waarde is van gemeenschapskracht”, stelt Saskia. “Dat is nodig om systeemdoorbraken te forceren. Zonder onderbouwing gaat de Wlz of Zorgverzekeringswet niet substitueren.”
De route naar een zorgzame buurt is geen gemakkelijke. Wie buiten het zorgdomein beweegt, ziet de geplaveide weg veranderen in een rotspaadje. Angela: “Maar het is – zo denk ik oprecht – de weg naar een duurzame toekomst.”
Meer weten over de proeftuinen van Goed Wonen? Bekijk hier de film of lees de leergeschiedenis (binnenkort beschikbaar op de website van Netwerk Nonna.
* Angela Jansen en Saskia Ermers zijn bestuurders van respectievelijk ZZG zorggroep en zorggroep Maas & Waal.
**Agnetenhof in Lindenholt (Nijmegen), Griffioen in Oud-West (Nijmegen), Dekkerswald (Groesbeek), De Vlier (Nijmegen), Odensehuis (Beuningen) en Zorgzame dorpen (West Maas en Waal)
*** Bij sociaal arrangeren worden sociale netwerken en voorzieningen ingezet om professionele zorg uit te stellen of te voorkomen.
Reactie toevoegen